“Lening verduurzaming hoeft niet altijd een hypotheek te zijn”

Vanaf 19 november worden de leennormen voor consumptief krediet verruimd. Dat moet duurzame investeringen in de woning, zoals een warmtepomp, isolatie en zonnepanelen, dichterbij brengen. Dat is volgens Klaas-Jan Dantuma, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Financieringsadviseurs en -bemiddelaars, een goede zaak. “Tot nu maken consumenten in veel gevallen te veel kosten door dit via de hypotheek te regelen.”

Tekst: Ronald Bruins

Let wel, die verruiming van de leennorm voor consumptief krediet komt tot stand door zelfregulering en wordt dus door de branche zelf geïnitieerd. “Maar aanpassingen in de leennormen worden vooraf afgestemd met de Autoriteit Financiële Markten en het Nibud. Als zij aangeven met een bepaalde wijziging problemen te hebben, dan treden wij hierover in overleg.” Dantuma wijst erop dat de extra kosten voor een hypotheekadviseur, taxatie en notaris bij het opnemen van extra hypotheekgelden, niet altijd opwegen tegen de hogere rente van een consumptief krediet dat deze afsluitkosten niet kent. “Zeker voor een ‘beperkte kredietbehoefte’ van een leendoel als een warmtepomp, isolatie of zonnepanelen. Je bent al gauw vierduizend euro kwijt om je hypotheek af te sluiten of om te zetten. Het duurt in dat geval dan ook langer, voordat je het geleende bedrag hebt terugverdiend. Terwijl je voor bedragen tot 25.000 euro prima een consumptief krediet kunt afsluiten. Dat is in de meeste gevallen voordeliger dan dit via de hypotheek te financieren en het is ook nog eens eenvoudiger te regelen. Ik roep dan ook hypotheek- en financieel adviseurs op onder de 25.000 euro consumptief krediet in overweging te nemen en dit mee te nemen als vergelijking in het advies aan hun klant. Immers, het beste advies hoort leidend te zijn.”

Ander verdienmodel

Afbeelding
Klaas-Jan Dantuma
Dantuma: “Ik roep hypotheek- en financieel adviseurs op consumptief krediet in overweging te nemen.”

Dat dit tot nu toe niet gebeurt, heeft ook te maken met het verdienmodel, stelt Dantuma. “Een adviseur brengt eenmalig advieskosten in rekening bij de klant en ontvangt dus ineens een bedrag. Bij consumptief komt er over meerdere jaren een kleiner bedrag binnen. Dat lijkt dan minder de moeite waard, maar als je als adviseur werk maakt van consumptief krediet, dan loont het wel degelijk. Dan is het een mooie, stabiele extra bron van inkomsten in de vorm van doorlopende provisie. Dat brengt naast continuïteit ook waarde voor je bedrijf. Die grens van 25.000 euro noem ik bewust. Onder de 25.000 euro is een hypotheek niet altijd lonend, tenzij je toch al een grote verbouwing gaat financieren of toch al van plan was de hypotheek om te zetten. Toegegeven, de rentekosten van een consumptief krediet zijn vaak hoger, maar de rente is aftrekbaar en dit renteverschil weegt onder dat omslagpunt niet op tegen de afsluitkosten bij een hypotheek. Dat beseffen veel mensen niet. Zij zien vaak alleen het budgettaire plaatje en de maandlasten die weliswaar lager zijn, maar wel over een aanmerkelijk langere periode betaald moeten worden. Daarnaast begint de adviseur vaak niet over consumptief krediet, ook vanwege het eerdergenoemde verschil in verdienmodel.”

“Voor bedragen tot 25.000 euro kun je prima een consumptief krediet afsluiten. Dat is in de meeste gevallen voordeliger dan dit via de hypotheek te financieren.”

Investering loont

Volgens Dantuma kan door verduurzaming via isolatie, zonnepanelen of een warmtepomp, afhankelijk van de situatie, de investering al snel wordt terugverdiend. “We zien in de praktijk dat het loont. Consumptief krediet is, als je het gebruikt voor een verbouwing of verduurzaming, ook gewoon aftrekbaar. Ook in consumptief krediet was een eenmalige afsluitprovisie gangbaar, maar die is afgeschaft. Als adviseur van consumptief krediet is wel volume nodig om maandelijks een boterham te verdienen. Want soms gaat het om slechts een paar euro per maand per klant. Daar schrikken hypotheekadviseurs soms van. En lijkt het soms rendabeler een klant die 15.000 of 20.000 euro nodig heeft, toch naar een hoger bedrag te bewegen van 25.000 tot 30.000 euro. Vanaf dat bedrag komt een hypotheek als zinvol alternatief ter tafel en kunnen de gebruikelijke afsluitkosten in rekening worden gebracht. Dat is niet altijd in het belang van de klant. Zeker niet iedere hypotheekadviseur denkt zo, maar dit mechanisme zie je wel terug in de markt.”

Waarde creëren in het bedrijf

“Die paar euro per maand mag dan als weinig klinken, maar als het je lukt een portefeuille op te bouwen, dan creëer je waarde in je bedrijf”, aldus Dantuma. “Als je eenmalige afsluitkosten in rekening brengt voor het afsluiten van de hypotheek, creëer je nagenoeg geen waarde binnen het bedrijf. Dat is ook waar actief klantbeheer over gaat. Geen hit and run, maar constructief contact. Je neemt de klant mee gedurende de looptijd van de lening. Dat biedt ook weer advieskansen mee als zich andere life events voordoen.”

Bestedingsdoelen passen niet bij hypotheek

In algemenere zin breiden consumenten nog vaak de hypotheek uit om daarmee zaken te financieren die helemaal niet bij een hypothecaire financiering passen, vindt Dantuma. “Denk aan het kopen van auto’s of meubels: bestedingsdoelen die helemaal niet aansluiten op deze financieringsvorm. We hopen dat de overheid mensen ertoe gaat bewegen te kiezen voor een beter passende consumptieve financiering om dergelijke zaken mee te bekostigen.  De aangepaste leennormenmethodiek kan hier zeker bij helpen, omdat een consumptief krediet voor veel mensen weer wat bereikbaarder wordt. Dit dient een groot sociaaleconomisch belang.”

Langere aflossingsperiode

De brancheorganisaties in consumptief krediet, in overleg met de NVF, bekijken elk jaar of de leennormen aangepast moeten worden. Dantuma: “Elk jaar wordt dat bekeken aan de hand van recente cijfers en ook het Nibud en de AFM worden daarbij betrokken. We hebben jaren van inflatie gehad, terwijl de lonen niet stegen. Waardoor men dus steeds minder kon lenen. Nu de loonstijgingen over het algemeen redelijk zijn doorgevoerd, wordt dit, nogmaals in overleg, per 19 november aangepast. Nieuw is dat je voor verduurzaming uit mag gaan van het maandbedrag dat past bij een looptijd van 180 maanden. Dit was voorheen 96 maanden. Het maandbedrag is dus lager, waardoor de consument meer kan lenen voor dit doel. Hier staat tegenover dat het de consument ook navenante energiebesparingen oplevert. Ook dat is een indirecte verruiming. Door de investering in verduurzaming gaan de totale lasten van de cliënten omlaag. Die besparing wenden ze dan eigenlijk aan voor de extra lening. Na aflossing rendeert de investering nog door. Daardoor blijft het hogere leenbedrag voor dit doel verantwoord.”

“Die paar euro per maand mag dan als weinig klinken, maar als het je lukt een portefeuille op te bouwen, dan creëer je waarde in je bedrijf.”

Dynamische lijst

De brancheverenigingen hebben een lijst opgesteld van verduurzamingsmaatregelen die in aanmerking komen voor extra leenruimte. “Dat is een dynamische lijst die we mogelijk verder willen uitbreiden. Maar in eerste instantie gaat het over alle vormen van isolatie. Dus spouwmuurisolatie, vloerisolatie en dakisolatie. Daarnaast staan de warmtepompen op de lijst. Denk onder meer aan hybride warmtepompen en elektrische warmtepompen. En als laatste zonnepanelen. Het mag ook een combinatie van maatregelen zijn. Sterker nog: als je nog niet geïsoleerd hebt, hebben andere maatregelen nog weinig zin. Verduurzaming begint bij isolatie. We zouden voor uitbreiding van de lijst ook kunnen kijken naar thuisbatterijen of zelfs naar elektrische auto’s. Maar voordat we de lijst uitbreiden, moeten we goed kijken naar looptijd in combinatie met het rendement en de technische en economische levensduur. Ook over een eventuele uitbreiding treden we in overleg met Nibud.”  

Verduurzaming blijft een onderwerp

Is de hausse van leningen voor duurzaamheid niet over? “De hausse wel, maar dit blijft een onderwerp”, reageert Dantuma. “Je merkt dat er in de media minder over wordt gesproken en in het huidige kabinet lijkt duurzaamheid een minder ‘groot’ onderwerp. Echter, ik denk dat verduurzaming de komende tien jaar zeker een issue blijft. We gaan nu weer een winter in en we weten niet wat de energieprijzen gaan doen. Als die weer stijgen, zul je zien dat er weer meer aandacht komt voor verduurzaming van de woning.”