De 'oude' koopsompolis voor een woonlastenbeschermer
Een belangrijk onderdeel in het hypotheekadviesproces is het advies over de verschillende life-events. Tijdens het bespreken van deze risico’s, valt het mij op dat veel adviseurs – terecht – van mening zijn dat het risico van overlijden altijd goed moet worden besproken met de klant en dat eventuele tekorten verzekerd moeten worden. Maar bij bespreken van het arbeidsongeschiktheidsrisico volgen al gauw de welbekende bezwaren: de klant wil er niet voor betalen, de producten voldoen niet, de verzekeraars keren nooit uit en de klant vindt het niet nodig.
‘De financiële gevolgen bij arbeidsongeschiktheid van de partner zijn vaak aanmerkelijk groter dan bij het overlijden van de partner’
Ik leg de adviseurs dan uit dat de financiële gevolgen bij arbeidsongeschiktheid van de partner vaak aanmerkelijk groter zijn dan bij het overlijden van de partner. Daarnaast zijn de praktische ‘oplossingen’ bij arbeidsongeschiktheid voor de andere partner meestal aanzienlijk beperkter dan bij overlijden. Ik leg dit vaak uit aan de hand van een voorbeeld uit mijn eigen adviespraktijk.
Het zal rond 2010 zijn geweest. Een kennis vroeg mij een afspraak te maken met zijn buurman en zijn vrouw. De man was al een half jaar ernstig ziek en kon niet meer werken. Tijdens het gesprek met het stel bleek inderdaad dat de situatie beroerd was. Rekeningen konden niet meer worden betaald en er was al een afspraak gemaakt met een makelaar om de woning te verkopen. Ze hadden nog geen idee waar ze daarna naartoe zouden moeten met hun twee kinderen.
Toen we samen hun verzekeringsmap doornamen om de hypotheekgegevens te bekijken, trof ik een polisblad aan van een woonlastenbeschermer. Hiervoor was een enorme koopsom betaald. De partners waren zich er niet van bewust dat ze deze verzekering ooit hadden afgesloten. Hoewel de man al ruim een half jaar ziek was, was de verzekeraar coulant en keerde (met terugwerkende kracht) het verzekerde maandbedrag uit. Dankzij de uitkering ontstond er voldoende financiële ruimte om in de woning te kunnen blijven wonen.
In het verleden afgesloten koopsompolissen zijn zelden passend bij de klantsituatie. Vaak was provisie dan ook de belangrijkste drijfveer om een dergelijke verzekering af te sluiten. Toch moet ik altijd terugdenken aan dit voorval, als adviseurs de koopsompolissen uit het verleden scherp veroordelen, terwijl ze zelf zelden tot nooit een arbeidsongeschiktheidsverzekering aanvragen voor hun klanten.
‘Waar zou de arbeidsongeschikte klant meer baat bij hebben: bij de oude koopsompolis of bij helemáál geen verzekering?’
Uit een in 2020 gehouden onderzoek bleek dat HDN bij minder dan 5 procent van de hypotheekaanvragen ook een aanvraag voor een verzekering voor arbeidsongeschiktheid of werkloosheid registreerde. Dit vind ik zorgwekkend. Bij mij rijst dan de vraag: Waar zou de arbeidsongeschikte klant meer baat bij hebben: bij de oude (vaak niet volledig passende) koopsompolis of bij helemáál geen verzekering?
Rob Timmermans is directeur van Impact Opleiding & Training